Campus Groningen, bruisend centrum van kennis en interactie, ziet dagelijks een tango van transportmiddelen. Maar wat gebeurt er als de beschikbaarheid van een bepaald vervoersmiddel verandert? Lars Rosevink deed als student bij de studies Marketing Analytics & Data Science en Technology & Operations Management aan de Rijksuniversiteit Groningen tussen februari en juni 2023 zijn masteronderzoek naar verkeersdata op Zernike Campus.
Lars, je onderzoek slaat eigenlijk een brug tussen Data Science en de praktische uitdagingen van een goed bereikbare Campus. Waar was je onderzoek op gericht?
“Mijn onderzoek richtte zich op de intrigerende verbanden tussen verschillende vervoerswijzen en het effect van een verandering in een bepaalde vervoerswijze op campusbezoekers. Ik analyseerde hiervoor de data die geleverd worden door 'FlowCubes', meetinstrumenten die het verkeer van verschillende vervoerswijzen op Zernike Campus volgen. Mijn doel was om te begrijpen hoe veranderingen in de beschikbaarheid of het gebruik van één vervoerswijze invloed hadden op andere vervoerswijzen.”
Hoe voerde je dat onderzoek precies uit?
“Dat deed ik ten eerste door de data uit die FlowCubes op Zernike Campus in kaart te brengen. Dus hoeveel bezoekers komen er per (werk)dag naar de Campus met welk transportmiddel. Het andere deel was het werken met voorspellende scenario’s. Stel je vergroot fictief het aantal bezoekers voor een bepaalde transportmiddel, een modus genaamd, dus bijvoorbeeld een aantal auto's. Wat doet dat dan met de andere modi? Gaan die dan naar beneden, dus wordt het gecorrigeerd, zodat in totaal een aantal campusbezoekers gelijk blijft? Of blijft daar een stijging en hoe zit dat op de dagen erna? Dan kon je dus zien wat een soort van langetermijneffect was van een boost op een bepaalde dag.”
Kwamen je resultaten van zo’n fictieve ‘boost’ overeen met je verwachtingen?
“Deels! Een opvallend resultaat was dat als het aantal auto's daalde, andere vervoerswijzen zoals fietsen en openbaar vervoer niet automatisch stegen. Dit wordt een 'non-absorption effect' genoemd. En dat is eigenlijk niet helemaal wat je wilt zien als Campus natuurlijk. De Campus wil graag minder auto’s op de Campus en andere, meer gezonde en duurzame transportmiddelen zoals fietsen stimuleren. Dat betekent dus dat je goed moet bekijken welke maatregelen je invoert om dit te bereiken. Je wilt niet dat mensen van de Campus wegblijven uiteindelijk.”
Waren er nog andere opvallende resultaten?
“Zeker. Een andere fascinerende observatie was het 'licensing effect', waarbij ik een positieve relatie tussen fietsers en scooters kon zien. Dit suggereerde dat mensen die eerder hadden gefietst, zich mogelijk comfortabeler voelden om de volgende week een scooter te gebruiken. Ook vond ik het intrigerend om te zien dat bepaalde invloeden, zoals regenachtig weer, OV-stakingen en feestdagen, een aanzienlijke impact hadden op de mobiliteitspatronen op de Campus. Dit benadrukt denk ik het belang van flexibele en aanpasbare mobiliteitsstrategieën.”
Meer info
Wil je meer weten over mobiliteit en data op Campus Groningen? Lees dan in de hele reeks hier het interview met onze data-analiste Emanuela Avagyan, het blog over de modal split op Zernike Campus en het interview met onze data-analiste Iris Tigchelaar over mobiliteitsdata.
Bron artikel: Campus Groningen, auteur Marlies Schipperheijn
Afbeelding header: Campus Groningen