Koninklijke onderscheidingen voor Gerard van den Berg en Erik Frijlink
Op vrijdag 26 april zijn op voordracht van de RUG twee wetenschappers koninklijk onderscheiden. De heer prof. dr. E. Frijlink wordt tijdens een feestelijke bijeenkomst in de Sprookjeshof te Zuidlaren door burgemeester M. Thijsen van de gemeente Tynaarlo benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Verder wordt heer prof. dr. G.J. van den Berg benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. In het Stadhuis van de gemeente Groningen zal burgemeester drs. K.F. Schuiling hem de koninklijke onderscheiding opspelden.
Veelzijdige hoogleraar Van den Berg gedecoreerd
Gerard van den Berg (Almelo, 1962) is hoogleraar Gezondheidseconometrie bij de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de RUG en het UMCG. Nadat hij zijn academische loopbaan als student was begonnen in Groningen, werkte hij jarenlang elders: aan de VU Amsterdam, waar hij op 34-jarige leeftijd hoogleraar werd en daarna in Duitsland, Groot-Brittannië, Amerika en Zweden. In 2019 kwam hij terug naar Groningen, waar hij sindsdien werkt als hoogleraar Gezondheidseconometrie. Zijn wetenschappelijke carrière is ongekend voor Nederlandse maatstaven: hij staat bekend als een internationaal toonaangevende econometrist en arbeids- en gezondheidseconoom die op glasheldere wijze analytische diepgang combineert met maatschappelijke relevantie. Zo adviseerde hij verschillende ministeries. Zeer recent heeft hij bijvoorbeeld op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een belangrijke bijdrage geleverd aan het onderzoek over het meten van de waarde van wetenschap. Ook het onderzoek dat hij uitvoert naar kanker en epidemiologie in samenwerking met medische onderzoekers is imponerend en veelbelovend. Collega’s in binnen- en buitenland roemen hem vanwege zijn toonaangevende academische werk, zijn brede expertise en elegante oplossingen voor complexe problemen en de verbindende manier waarop hij zich inzet voor de wetenschap en de samenleving.
Artikelen op topniveau
De basis voor zijn huidige, baanbrekende onderzoek van wereldfaam, legde hij al op 28-jarige leeftijd. Hij zette toen twee publicaties op zijn naam over duuranalyse, waarbij hij zich verdiepte in gegevens die te maken hebben met de tijd dat iemand zich in een bepaalde situatie bevindt, zoals werkloosheid of ziekte. Gedurende zijn loopbaan heeft hij tientallen artikelen in wetenschappelijke tijdschriften op topniveau gepubliceerd. Zijn excellente wetenschappelijke werk wordt veelvuldig geciteerd en heeft vele, zeer waardevolle theoretische en empirische inzichten opgeleverd voor de economische wetenschap in het algemeen en de beoordeling van beleidsinterventies op de arbeidsmarkt en in de gezondheidszorg in het bijzonder.
Invloedrijk onderzoek naar arbeidsmarktvraagstukken
Zijn onderzoek is zeer relevant voor beleidsmakers die zich bezighouden met maatschappelijke thema’s zoals werkloosheid. Zo deed Van den Berg onderzoek naar de effecten van strafkortingen op de uitkeringen van werklozen in Duitsland en in Nederland naar arbeidsmarktbeleid en de gevolgen van het minimumloon. Hij toonde bijvoorbeeld aan dat de evaluaties van programma’s gericht op het voorkomen van werkloosheid vaak een vertekend beeld opleveren. Zijn onderzoek leidde vervolgens tot de ontwikkeling van meer geschikte evaluatietechnieken en effectievere trainingsprogramma’s. Zijn arbeidsmarktbeoordelingen in onder andere Duitsland, Zweden en Frankrijk hebben het leven van miljoenen werklozen aanzienlijk verbeterd. Zo deed hij onderzoek naar het extreem strenge sanctiebeleid in Duitsland waardoor vele jongeren hun bijstandsuitkering verloren en dakloos werden. Deze studie leidde ertoe dat het beleid van het Duitse socialezekerheidsstelsel is aangepast.
Gezaghebbend op het gebied van de gezondheidseconomie
Ook op het gebied van de gezondheidseconomie heeft Van den Berg verschillende gezaghebbende resultaten geboekt. Hij toonde als eerste aan dat ongunstige economische omstandigheden bij de geboorte kunnen leiden tot een hogere sterfte op latere leeftijd. Ook deed hij onderzoek naar de relatie tussen factoren als voedselinname, antibioticagebruik en genetische aanleg, en bepaalde gezondheidsuitkomsten, zoals overlevingskansen. Hij maakt bij deze onderzoeken gebruik van grote cohorten, zoals dat van Lifelines. Deze bron van gegevens is voor zijn onderzoek zodanig interessant, dat het een van de redenen voor zijn terugkeer naar Groningen is geweest.
Internationale reputatie
Zijn indrukwekkende nationale en internationale reputatie blijkt ook uit het feit dat hij een veelgevraagde spreker is op toonaangevende, internationale conferenties. Zo is hij in 2008, tijdens de conferentie European Association of Labor Economists, uitgeroepen tot de beste onderzoeker ter wereld op het gebied van duuranalyse. Als eerste sociale wetenschapper won hij in 2009 de prestigieuze Duitse Alexander von Humboldt Professorship Prize en werd hij vervolgens benoemd tot hoogleraar aan de universiteit van Mannheim. Tijdens zijn verblijf daar werd hij door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) gevraagd als een van de vijf correspondentleden in de economie: een eer die slechts is weggelegd voor de meest excellente Nederlandse wetenschappers die in het buitenland werken. Na zijn terugkeer in Nederland werd hij regulier lid van de KNAW. Sinds 2018 is hij voorzitter van het bestuur van de Aletta School of Public Health. Verder was hij jarenlang hoofdredacteur van The Economic Journal en zat hij in de redacties van verschillende internationale economische tijdschriften.
Inspirerende mentor
Van den Berg heeft tal van promovendi op inspirerende en succesvolle wijze begeleid. Hij stimuleert hen om zowel op wetenschappelijk als op bestuurlijk en maatschappelijk gebied te excelleren. Hij weet telkens weer jong talent aan te trekken en tot ontplooiing te brengen. Zo werken vijf van zijn voormalige studenten inmiddels als hoogleraar en hebben zijn promovendi wereldwijd hun weg gevonden naar academische posities. Ook zet hij zich in voor de begeleiding van talentvolle jonge onderzoekers aan het Tinbergen Instituut.
Bevlogen hoogleraar Frijlink gedecoreerd
Erik Frijlink (Meppel, 1960) is hoogleraar Farmaceutische Technologie en Biofarmacie en voorzitter van de gelijknamige onderzoeksgroep aan de Faculteit Science & Engineering van de RUG. Na zes jaar te hebben gewerkt in de farmaceutische industrie is hij 25 jaar geleden begonnen als hoogleraar Farmaceutische Technologie en Biofarmacie. Samen met zijn gelijknamige onderzoeksgroep is hij erin geslaagd uiterst succesvolle onderzoeksprojecten op zowel academisch als industrieel gebied op te zetten. Zo maken wereldwijd honderdduizenden patiënten dankbaar gebruik van de toepassingen die zijn voortgekomen uit zijn onderzoek naar poedertechnologie, biofarmaceutica en doseringsvormen. Collega’s in binnen- en buitenland roemen zijn bevlogenheid, warme persoonlijkheid en collegiale opstelling, terwijl studenten met plezier terugdenken aan zijn enthousiaste, wervelende colleges. Hij staat bovendien bekend als academische vernieuwer en wordt beschouwd als hét voorbeeld van een wetenschappelijke ondernemer.
Onbetwiste expert
Frijlink staat bekend om de succesvolle manier waarop hij fundamenteel wetenschappelijk onderzoek vertaalt naar klinische impact en innovatieve toepassingen. Hij is een onbetwiste expert op het gebied van inhalatietechnologieën en de afgifte, therapeutische effecten en houdbaarheid van medicijnen. Het centrale thema van zijn onderzoeksgroep betreft de ontwikkeling van zogenaamde platformtechnologieën die de kwaliteit van leven van patiënten verbeteren. Het succes van dit werk blijkt uit het feit dat Frijlink twintig patenten samen met anderen op zijn naam heeft staan. Zo heeft hij een laagje suikerglas om tabletten ontwikkeld, waardoor de orale, veilige toediening van bepaalde medicijnen is verbeterd. Een ander voorbeeld is een technologie om geneesmiddelen veilig te transporteren door de maag naar de dikke darm, waar het medicijn wordt afgegeven.
Innovatieve inhalatietechnologieën
De grootste maatschappelijke impact behaalde Frijlink met een innovatieve technologie om medicijnen voor astma en COPD in poedervorm in de longen te deponeren. Op basis van deze uitvinding heeft hij een poeder-inhalator ontwikkeld waarmee zeer hoge doses medicijnen kunnen worden toegediend aan patiënten die lijden aan cystische fibrose of tuberculose zonder de luchtwegen te irriteren. In samenwerking met een spin-off bedrijf heeft hij een nieuwe inhalator op de markt gebracht waardoor patiënten geen tijdrovende vernevelaar meer hoeven te gebruiken. Deze verbeteringen hebben een enorme invloed gehad op het leven van patiënten, waarbij de behandelingslast tot bijna nul is teruggebracht. Ook heeft hij bijgedragen aan een Europees consortium voor universele griepvaccins en is zijn groep bezig met de ontwikkeling van een stabiel griepvaccinpoeder dat kan worden toegediend via de luchtwegen. Een klinische studie moet nog uitwijzen hoe effectief deze vinding is.
Reputatie van wereldklasse
Internationaal heeft Frijlink een reputatie van wereldklasse opgebouwd met meer dan 300 wetenschappelijke publicaties, waarvan er 47 meer dan honderd keer zijn geciteerd. Als een van de meest gerenommeerde onderzoekers op zijn vakgebied behoort hij tot de top tien in zijn veld, met name vanwege zijn inhalatie-onderzoek. Hij is uitermate succesvol in het werven van externe onderzoeksgelden, waarbij meer dan de helft van de subsidies is toegekend in directe samenwerking met de industrie. Verder is hij betrokken bij verschillende startup-bedrijven en adviesraden.
Bestuurlijke activiteiten
Binnen de universiteit en verschillende externe professionele organisaties heeft Frijlink de nodige bestuurlijke taken op zich genomen. Zo was hij voorzitter van het bestuur en later wetenschappelijk directeur van het Groningen Institute of Pharmacy (GRIP) en adjunct-directeur van het Groningen University Institute of Drug Exploration (GUIDE). Als directeur heeft hij zich ingezet voor startende wetenschappers in tenure-trackposities, waarbij jonge onderzoekers in tien jaar tijd van assistant professor kunnen doorgroeien naar hoogleraar. Ook zorgde hij voor financiering, zodat deze jonge onderzoekers hun Europese netwerk konden versterken en eigen onderzoekslijnen konden opzetten zonder afhankelijk te zijn van externe subsidies. Als lid van de taskforce Farmaceutische Wetenschappen is hij het gesprek aangegaan met de universiteiten van Utrecht en Leiden om de Nederlandse farmaceutische onderzoeksinstituten voor te bereiden op het Nederlandse Sectorplan gericht op het versterken van wetenschap en onderzoek.
In de bres voor Nederlandse apotheken
Frijlink is nauw betrokken bij het beroep van apotheker en maakt zich zorgen over de snel slinkende infrastructuur en het dreigende tekort aan kennis en voldoende geschoold personeel voor de lokale productie van medicijnen en Nederland. Door dit probleem op landelijk niveau te bespreken, onder andere tijdens het radioprogramma Dropwater en Cannabisolie, hebben meerdere opleidingsinstituten voor apothekersassistenten hun curriculum aangepast.
Vernieuwer en entrepreneur
In totaal heeft Frijlink vijftig promovendi succesvol begeleid, waarvan 36 als eerste promotor. De erkenning voor zijn werk blijkt ook uit zijn benoeming in 2005 tot lid van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen (KHMW). Ook heeft hij meerdere prijzen gewonnen, zoals de Wubbo Ockels Prijs in 2010 en de Universiteit Utrecht Award of Excellence in 2015. Verder ontving hij de Innovation Day Award 2023 van de RUG als perfect voorbeeld van een academische vernieuwer en wetenschappelijk entrepreneur.
Bron artikel: Rijksuniversiteit Groningen
Bron afbeelding: Rijksuniversiteit Groningen