New steps towards a hospitable and accessible Campus in 2030 › Campus Groningen

New steps towards a hospitable and accessible Campus in 2030

New steps towards a hospitable and accessible Campus in 2030

Thu, 13 October 2022

The Groninger Ondernemers Courant (paper) interviewed Irene Amsing, programm manager Campus services and Mobility at Campus Groningen on the challenges in mobility on the Campus. Read the whole article here (in Dutch)! 

In 2030 moet de Zernike Campus in Groningen een heuse ‘autoluwe’ campus worden waarop er nog maar mondjesmaat auto’s te vinden zijn. Hoog tijd om concrete plannen op te stellen dus, die de komende jaren kunnen worden uitgevoerd. Dit najaar komen de stakeholders bij elkaar om dit verder uit te werken.

Dagelijks reizen er zo’n 50.000 bezoekers naar de Zernike Campus. Het merendeel daarvan komt op de fiets of met de bus, maar er zijn ook nog steeds veel auto’s op de Campus te vinden. Dat willen de campusorganisaties aanpakken. Zo is de gezamenlijke ambitie dat in 2030 zoveel mogelijk auto’s naar de randen verplaatst zijn. “We werken toe naar een Campus met autovrije zones in een autoluw gebied”, zegt Irene Amsing, programmamanager Campusservices en Mobiliteit. Ze benadrukt dat ‘autoluw worden’ geen doel op zich is. “Het is een middel om de Campus aantrekkelijker voor alle partijen in te richten. Goed bereikbaar én met voldoende ruimte voor de primaire doorontwikkeling van Campus Groningen. Een groot deel van de Campus is nu bezet door parkeerplekken, dat moet veranderen.”

Om dat te realiseren, worden in 2023 de eerste concrete plannen uitgevoerd. Elke zes weken komen de stakeholders van Campus Groningen - de Rijksuniversiteit Groningen, de Hanzehogeschool, de gemeente Groningen, Groningen Bereikbaar, het UMCG, Hive.Mobility en Bedrijvenvereniging WEST - al bij elkaar. Binnenkort gaan ze om tafel om concrete plannen voor volgend jaar op te stellen.

Stimuleren van duurzaam en gezond reisgedrag

Het is volgens Amsing nog te vroeg om te zeggen welke concrete stappen dat dan precies zullen worden, maar het stimuleren van duurzaam en gezond reisgedrag - en hiermee het stimuleren van alternatieven voor de auto - staat volgens haar in elk geval hoog op de agenda. “Om gedrag te veranderen zullen we gedragscampagnes gaan voeren. En dat gedrag zullen we natuurlijk ook moeten belonen. Als mensen gewend zijn aan de flexibiliteit van hun auto en nu afhankelijk worden van het openbaar vervoer, moet er bijvoorbeeld worden gekeken naar meer flexibele werktijden.”

Alternatief vervoer

Daarnaast moeten er volgens Amsing meerdere zaken tegelijkertijd worden aangepakt. “Als we parkeerplaatsen zouden gaan reduceren op de Campus, dan kan dat niet zonder het aanbieden van aantrekkelijke alternatieven. Dit betekent dat we parallel ook moet nadenken over ander mobiliteitsbeleid en andere faciliteiten en diensten.”

Maar: beginnen bij het begin. Eerst wordt er dit najaar een nulmeting uitgevoerd op de campus, om de huidige mobiliteit in beeld te brengen. Wat rijdt en fietst er nu over de campus? Hoeveel parkeerplekken en fietsenstallingen zijn er? Amsing: “Op basis van deze data kunnen we de periode tot en met 2030 opdelen in tussenfases met milestones. Om stap voor stap toe te werken naar een autoluwe, maar vooral gastvrije en bereikbare, Campus.”

Bron artikel: GROC
Foto: Irene Amsing. Fotograaf: Jeroen van Kooten